Exameneenheid Consumptie
In de exameneenheid Consumptie krijg je inzicht in de verschillende aspecten van consumentengedrag, zoals keuzes, behoeften, inkomen, de functies van geld, lenen en sparen. Deze aspecten leer je te herkennen en toe te passen in verschillende casussen. Ook leer je over het bankwezen, hoe je geld kan lenen, geld kan sparen en welke motieven je hiervoor hebt.
Exameneenheid Consumptie bestaat uit de volgende begrippen:
Switch per categorie/alfabetisch
Economie
- Schaarste
- Vrije goederen
- Behoeften
- Goederen en diensten
- Bruto binnenlands product (bbp)
- Productiefactoren
Ruilen
Geld
Marketingmix
Je eigen financiën
Lenen
- Motieven voor lenen
- Leenvormen
- Krediet kosten
- Rood staan
- Hypothecaire lening/Hypotheek
- Vragers van geld
Sparen
Rekenen
Inflatie
- 6 P’s
- Aanbieders van geld
- Aandelen
- Afschrijving/reservering berekenen
- Behoeften
- Bruto binnenlands product (bbp)
- Budgetteren
- Centraal Bureau voor Statistiek
- Chartaal geld
- Consumentenbond
- Consumentenprijsindexcijfer
- Diensten
- Directe ruil
- Dividend
- Doorlopend krediet
- Enkelvoudige rente/interest
- Financiële instellingen
- Functies van geld
- Giraal geld
- Goederen
- Huurkoop
- Hyperinflatie
- Hypothecaire lening/Hypotheek
- Indexcijfers
- Indirecte ruil
- Inflatie
- Krediet kosten
- Koop op afbetaling
- Koopkracht
- Lease
- Leenvormen
- Loon-prijsspiraal
- Marketingmix
- Motieven voor lenen
- Motieven voor sparen
- Nibud
- Persoonlijk krediet
- Procentuele verandering
- Productiefactoren
- Reclame
- Rood staan
- Salariskrediet
- Saldo op de bank
- Samengestelde rente/interest
- Schaarste
- Verschillende inkomens
- Vragers van geld
- Vrije goederen
- Zelfvoorziening