Consumentenprijsindexcijfer (CPI)
Om de inflatie (de stijging van het algemeen prijspeil) te meten wordt er door het CBS gebruik van het consumentenprijsindexcijfer (CPI). Het CPI is een indexcijfer en geeft de ontwikkeling weer van de prijs van goederen en diensten die worden aangeschaft door Nederlandse huishoudens. Om het CPI te berekenen heeft het CBS een goederenmandje gemaakt, in dit goederenmandje zitten producten en diensten die een gemiddeld gezin koopt. Elk jaar bekijkt het CBS of het goederenmandje nog actueel is en hoeveel het gezin kwijt is om deze producten en diensten te kopen. In dit goederenmandje zitten bijvoorbeeld de energiekosten, woonlasten, de voedselprijzen, de prijs van de abonnementen van een gemiddeld gezin en de prijs van kleding. Van al deze producten en diensten berekent het CBS het indexcijfer. Niet elk product of dienst telt even mee in het CPI, een gezin geeft bijvoorbeeld veel meer uit aan voedsel en wonen op jaarbasis dan aan kleding of vakanties. Hoe zwaar iets meetelt noemen we de wegingsfactor.
Om het consumentenprijsindexcijfer te berekenen gebruiken we het volgende stappenplan:
- Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.
- Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.
- Deel je uitkomst uit stap 2 door het totaal van alle wegingen.
- Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.
- Verminder het consumentenprijsindexcijfer met 100 om de inflatie sinds het basisjaar te berekenen.
In de volgende tabel zien we de verschillende artikelgroepen waar een gemiddeld gezin geld aan uitgeeft, ook zien we de weging en het indexcijfer van deze artikelgroep.
Artikelgroep | Weging | Indexcijfer | Weging × indexcijfer |
---|---|---|---|
Wonen | 25 | 101,9 | |
Voeding | 15 | 102,3 | |
Kleding | 10 | 104,5 | |
Vervoer | 10 | 100,2 | |
Vrije tijd | 5 | 98 | |
Overig | 35 | 103 |
Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.
Artikelgroep | Weging | Indexcijfer | Weging × indexcijfer |
---|---|---|---|
Wonen | 25 | 101,9 | 2547,5 |
Voeding | 15 | 102,3 | 1534,5 |
Kleding | 10 | 104,5 | 1045 |
Vervoer | 10 | 100,2 | 1002 |
Vrije tijd | 5 | 98 | 490 |
Overig | 35 | 103 | 3605 |
Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.
Artikelgroep | Weging | Indexcijfer | Weging × indexcijfer |
---|---|---|---|
Wonen | 25 | 101,9 | 2547,5 |
Voeding | 15 | 102,3 | 1534,5 |
Kleding | 10 | 104,5 | 1045 |
Vervoer | 10 | 100,2 | 1002 |
Vrije tijd | 5 | 98 | 490 |
Overig | 35 | 103 | 3605 |
Totaal | 10.224 |
Deel je uitkomst uit stap 2 door het totaal van alle wegingen.
Artikelgroep | Weging | Indexcijfer | Weging × indexcijfer |
---|---|---|---|
Wonen | 25 | 101,9 | 2547,5 |
Voeding | 15 | 102,3 | 1534,5 |
Kleding | 10 | 104,5 | 1045 |
Vervoer | 10 | 100,2 | 1002 |
Vrije tijd | 5 | 98 | 490 |
Overig | 35 | 103 | 3605 |
Totaal | 100 | 10.224 |
10224 ÷ 100 = 102,24
Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer
consumentenprijsindexcijfer = 102,24
Verminder het consumentenprijsindexcijfer met 100 om de inflatie sinds het basisjaar te berekenen.
inflatie sinds basisjaar = 102,24 − 100 = 2,24%