Cookie Consent by TermsFeed
Belangrijk (klik om te sluiten)
In deze uitleg worden de volgende symbolen gebruikt:
p voor prijs
p* voor evenwichtsprijs
Q voor collectieve hoeveelheid
Q* voor evenwichtshoeveelheid (quantity)
QV voor collectieve vraag
MO voor marginale opbrengst
MK voor marginale kosten
GTK voor gemiddelde totale kosten

Maximale winst bij monopolie

Omdat de monopolist de enige verkoper van een bepaald product is kan de monopolist de prijs bepalen die op de markt zal gaan gelden. De monopolist noemen we daarom ook wel de prijszetter.
We gaan er vanuit dat de monopolist streeft naar een zo groot mogelijke winst, dit noemen we winstmaximalisatie. De monopolist zal er hierdoor voor kiezen om een prijs te vragen waarbij de winst het grootst is.

MO en MK bij een monopolist

Bij de markt van volkomen concurrentie is MO-lijn gelijk aan de prijslijn omdat voor elk product wat verkocht wordt een aanbieder steeds de prijs zal ontvangen die op de markt geldt. Bij de markt waar een monopolie geldt is dit niet het geval.
De MO is bij een monopolist altijd lager dan de marktprijs. De collectieve vraaglijn (QV) geeft aan hoeveel een monopolist kan verkopen bij een bepaalde prijs. Als de monopolist een product extra wil verkopen, dan moet de monopolist de prijs verlagen. Dit levert meer inkomsten op omdat de monopolist nu meer producten verkoopt, maar ook minder omdat de klanten met een hogere betalingsbereidheid nu ook minder betalen. De MO kunnen we nog steeds op dezelfde manier berekenen.
De MO is bij een monopolist altijd lager dan de marktprijs. De collectieve vraaglijn (QV) geeft aan hoeveel een monopolist kan verkopen bij een bepaalde prijs. Als de monopolist een product extra wil verkopen, dan moet de monopolist de prijs verlagen. Dit levert meer inkomsten op omdat de monopolist nu meer producten verkoopt, maar ook minder omdat de klanten met een hogere betalingsbereidheid nu ook minder betalen. De MO kunnen we nog steeds op dezelfde manier berekenen.
Voor de MK-lijn geldt nog steeds dezelfde regel, dit zijn de extra kosten van het produceren van een extra product.

Maximale winst

De monopolist streeft naar een maximale winst. Het verschil tussen MO en MK wordt kleiner wanneer de monopolist extra producten gaat verkopen. MO daalt namelijk en MK blijft gelijk of stijgt. De winst neemt toe zolang de extra opbrengsten voor een extra product groter zijn dan de extra kosten, ofwel MO > MK. Daarom zeggen we dat de monopolist producten blijft verkopen tot geldt dat MO = MK. Verkoopt hij een product minder dan daalt zijn winst, verkoopt hij een product meer dan daalt zijn winst.

Samengevat vind je de maximale winst bij een monopolist als volgt:

  1. Vind MO = MK. Op dit punt vind je q*
  2. Vind p* op de QV-lijn voor q*
  3. Wanneer MK horizontaal is, vind p (kostprijs) op het snijpunt van MO = MK
    Wanneer MK niet horizontaal is, vind p (kostprijs) op de GTK-lijn voor q*
  4. De winst is nu de evenwichtsprijs gevonden bij stap 2 − de kostprijs gevonden bij stap 3 × de hoeveelheid gevonden bij stap 1, ofwel
    (p − GTK) × q

In de grafiek zien we het punt waarbij de monopolist een maximale winst behaalt. Bij deze hoeveelheid trek je een lijn naar boven totaan de vraaglijn om te zien welke prijs er geld bij deze maximale winst.

Monopolie grafiek

Bij een horizontale MK is het vierkant tussen de MK-lijn en het punt op de QV-lijn de winst

Monopolie maximale winst grafiek

Bij een stijgende MK ontstaat een GTK-lijn. De winst is het vierkant tussen de GTK-lijn en het punt op de QV-lijn de winst

Monopolie maximale winst grafiek