Harberger driehoek
De Harberger driehoek geeft het welvaartsverlies in een grafiek weer. Het welvaartsverlies was het verlies aan totale surplus wat optreed als er geen efficiënte marktvorm op de markt is of wanneer de overheid ingrijpt op de markt.
Geen efficiënte marktvorm
De efficiëntste marktvorm is de markt van volkomen concurrentie, alle andere markten zijn minder efficiënt en hebben een kleiner totale surplus. In de volgende grafiek zien we de prijzen en hoeveelheden die tot stand komen op de markt van volkomen concurrentie, bij een oligopolie en bij een monopolie.
Bij al deze marktvormen kunnen we het consumentensurplus en het producentensurplus uitrekenen.
|
|
|
Consumentensurplus = €3200 Producentensurplus = €0 | Consumentensurplus = €1250 Producentensurplus = €1500 | Consumentensurplus = €450 Producentensurplus = €1800 |
Totale surplus = €3200 + €0 = €3200 | Totale surplus = €1250 + €1500 = €2450 | Totale surplus = €450 + €1800 = €2250 |
We zien bij de marktvormen oligopolie en monopolie dat zij een lager totale surplus hebben dan bij de marktvorm volkomen concurrentie. Wanneer we dit welvaartsverlies tekenen in de grafiek tekenen we de Harbergerdriehoek in geel.
Oligopolie | Monopolie |
|
|
De overheid grijpt in de op de markt
Wanneer de overheid ingrijpt op de markt ontstaat er ook een welvaartsverlies en kunnen we ook een harberger driehoek tekenen.
Stel je voor dat de overheid op de volgende markt besluit om een belasting te gaan heffen. In de uitgangssituatie is het consumentensurplus €800 en het producentensurplus €800.
De overheid besluit om €2 belasting te gaan heffen. Wanneer de overheid besluit om een belasting te heffen op een bepaald product zal de aanbodlijn van dit product naar omhoog verschuiven. Hierdoor ontstaat er een nieuwe evenwichtsprijs en een nieuwe evenwichtshoeveelheid. Het Consumentensurplus en het producentensurplus zijn beide gekrompen zoals in de onderstaande grafiek te zien is. Het consumentensurplus is nu €450 en het producentensurplus is ook €450. Niet alleen de consumenten en de producenten hebben een surplus, ook de overheid ontvangt nu geld in de vorm van belastingen, deze inkomsten worden ook gezien als surplus. De overheidsinkomsten zijn €600.
In de volgende tabel staan de verschillende surplus nog een keer.
Geen overheidsingrijpen | Wel overheidsingrijpen | |
---|---|---|
Consumentensurplus | €800 | €450 |
Producentensurplus | €800 | €450 |
Belasting | €0 | €600 |
Totale surplus | €1600 | €1500 |
Zoals je ziet is het totale surplus na het overheidsingrijpen €100 kleiner geworden, dit is het welvaartsverlies. Wanneer we dit welvaartsverlies tekenen in de volgende grafiek zien we de Harbergerdriehoek.