Variabelen

Bij het onderwerp markt worden een aantal variabelen gebruikt. Sommige van deze variabelen worden gebruikt om opbrengsten, kosten of winst te beschrijven. Er zijn negen variabelen, welke te vinden zijn in de tabel hieronder.

Met de variabelen kunnen we een aantal berekeningen maken.

Regel 1

Zo geldt dat opbrengsten verminderd met kosten gelijk zijn aan winst. Ofwel:

O − K = W

Als je de tabel erbij pakt, kun je zien dat dit betekent dat

TO − TK = TW

GO − GTK = GW

MO − MK = MW

Heb je dus twee variabelen uit dezelfde rij (bijvoorbeeld T) dan kun je de derde berekenen.

Regel 2

Vervolgens geldt dat een totaal gedeeld door het aantal producten een gemiddelde oplevert. Ofwel:

T ÷ q = G

Als je de tabel erbij pakt, kun je zien dat dit betekent dat

TO ÷ q = GO

TK ÷ q = GK

TW ÷ q = GW

Heb je dus een totaal dan kun je een gemiddelde berekenen door het totaal te delen door q. Andersom kun je door een gemiddelde te vermenigvuldigen met q een totaal krijgen.

Overige regels

Naast deze regels bestaan er nog een aantal extra regels. Deze zijn onder andere:

• Op elk punt op de GO-lijn geldt dat p = GO. Heb je dus de prijs, dan weet je ook GO.
• Bij de markt volkomen concurrentie geldt dat de prijs voor een individuele aanbieder altijd gelijk is, ongeacht het aantal aangeboden producten. Hierdoor wordt de regel hierboven iets uitgebreid. Op de markt volkomen concurrentie geldt: p = GO = MO
• De totale kosten bestaan uit constante kosten en variabele kosten. We zeggen dat TK = CK + VK.