Cookie Consent by TermsFeed

Collectieve goederen en het gevangenendilemma

Collectieve goederen worden door de overheid geproduceerd omdat andere aanbieders zijn die deze producten willen produceren. Dit komt omdat vragers niet kunnen worden uitgesloten van consumptie en/of omdat het product gelijktijdig kan worden geconsumeert door meerdere vragers.
Om te zien hoe deze keuze door aanbieders tot stand komt kun je een opbrengstenmatrix gebruiken.

Voorbeeld

Een rijspeler en een kolomspeler zijn bijdragers voor het produceren van een collectief goed. Het collectieve goed kost €12 om te produceren. Wanneer tenminste één speler kiest om bij te dragen is de opbrengst voor beide spelers €10, ongeacht of ze hebben bijgedragen. Wanneer geen van beide spelers kiest om bij te dragen wordt het product niet geproduceert.

Eerst vatten we de informatie samen:

  • Twee opties: wel bijdragen of niet bijdragen.
  • Beide geen bijdrage: geen opbrengst
  • Eén bijdrager
    €10 − €12 = −2 opbrengst voor de bijdrager
    €10 opbrengst voor de niet-bijdrager
  • Beide dragen bij: €10 − €6 = 4 opbrengst voor beide

De opbrengstenmatrix ziet er dan als volgt uit:

Kolomspeler
Wel bijdrage Geen bijdrage
Rijspeler Wel bijdrage €4,€4 €−2,€10
Geen bijdrage €10,€−2 €0,€0

Je ziet nu dat het marktevenwicht ontstaat bij niet bijdragen,niet bijdragen. Door niet bij te dragen zullen beide spelers meer profiteren als de ander wel bijdraagt en zullen geldverlies voorkomen als de ander niet bijdraagt. Hierdoor draagt uiteindelijk niemand bij en zal het collectief goed niet worden geproduceert.