Cookie Consent by TermsFeed

Oefentoets concept Goede tijden, slechte tijden

Vraag 1

In het land €conomia neemt de vraag naar goederen en diensten af, hieronder staan de gevolgen hiervan in willekeurige volgorde. Wat is de juiste volgorde?

Begin met 1 en eindig met 8.

  1. De vraag naar goederen en diensten neemt af.
  2. De hoeveelheid ligt onder de natuurlijke productie.
  3. De hoeveelheid goederen en diensten die verkocht worden neemt toe.
  4. De hoeveelheid goederen en diensten die verkocht worden neemt af.
  5. Op de lange termijn daalt de prijs van goederen en diensten.
  6. De vraaglijn verschuift naar links.
  7. De korte termijn aanbodlijn verschuift naar onder.
  8. De natuurlijke hoeveelheid wordt geproduceerd.
1 —
— 8

Vul alle vakjes in

Goed antwoord!

1 – 6 – 4 – 2 – 5 – 7 – 3 – 8

Vraag 2

Leg in je eigen woorden uit waarom prijzen in de korte termijn rigide zijn maar wel kunnen veranderen in de lange termijn?

Prijsstarheid of prijsrigiditeit betekent dat prijzen op korte termijn vast staan. Dit komt omdat een groot dele van de kosten van producten en diensten al vast liggen. Er zijn bijvoorbeeld al loonafspraken gemaakt in de cao voor het loon van de werknemers (loonstarheid), er zijn al prijsafspraken gemaakt over de te leveren grondstoffen door leveranciers en ook de te betalen huur is vastgesteld in het huurcontract. In de lange termijn kunnen deze prijzen wel veranderen omdat er dan weer nieuwe afspraken gemaakt worden.

Vraag 3

Een koersstijging van de dollar wordt een …A… genoemd. Deze koersstijging ontstaat als de vraag naar dollars …B… is dan het aanbod van dollars.

Wat hoort er op de plaats van A?

Kies een antwoord

Goed antwoord!

Een koersstijging wordt een appreciatie genoemd, de munt wordt dan meer waard.

Wat hoort er op de plaats van B?

Kies een antwoord

Goed antwoord!

Een munt wordt wordt meer waard wanneer de vraag naar de munt groter is dan het aanbod van de munt.

Vraag 4

Wat zijn mogelijke oorzaken van een appreciatie van de euro ten opzichte van de pond?

Kies een antwoord

Goed antwoord!

A, D en E zijn goed.

Vraag 5

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?

  1. Een stijging van de geldhoeveelheid leidt op lange termijn tot economische groei.
  2. Een stijging van de geldhoeveelheid leidt in de korte termijn tot een stijging van het aantal transacties.

Kies een antwoord

Goed antwoord!

De neutraliteit van geld toont aan dat een stijging van de maatschappelijke geldhoeveelheid op de lange termijn niet leid tot economische groei maar alleen tot hogere prijzen.
Doordat consumenten meer geld tot hun beschikking hebben neemt de vraag naar producten toe. Omdat de prijzen op korte termijn vast zijn door de prijsrigiditeit kunnen consumenten voor dezelfde prijs meer producten kopen. De geaggregeerde vraaglijn verschuift naar rechts.

Vraag 6

Sinds de jaren negentig kende Japan een periode van zichzelf versterkende deflatie. Als oorzaken van deflatie valt te denken aan:

  • Technologische ontwikkelingen
    Door procesinnovatie is het aanbod van bijvoorbeeld mobieltjes enorm gegroeid.
  • Kredietschaarste
    Begin jaren negentig verhoogde de Japanse centrale bank de rente. Hierdoor daalde omvang van de geldhoeveelheid.

Leg met behulp van de verkeersvergelijking van Fisher uit onder welke twee voorwaarden een daling van de geldhoeveelheid leidt tot deflatie.

De verkeersvergelijking van Fisher luidt: M × V = P × T
De omloopsnelheid van het geld (V) en het aantal transacties (T) worden contant verondersteld, hierdoor zal een daling van de geldhoeveelheid (M) leiden tot een daling van het algemeen prijspeil (P). Een daling van het algemeen prijspeil wordt deflatie genoemd.

Vraag 7

Op welke manier leidt deflatie tot verdere deflatie?

Wanneer er deflatie is zullen consumenten hun aankopen uitstellen omdat zij op termijn een verdere prijsdaling verwachten. Bedrijven zullen hun prijzen naar beneden bijstellen om de vraag van de consumenten te stimuleren waardoor er verdere deflatie optreed.

Vraag 8

Een koersdaling van de euro kan leiden tot …A… in de eurozone.

Wat hoort er op de plaats van B?

Kies een antwoord

Goed antwoord!

Wanneer de koers van de euro daalt worden producten van buiten de EU duurder voor inwoners van de eurozone. De stijging van de importprijzen kan doorwerken op het algemeen prijspeil.
of
Door de koersdaling van de euro worden Europese producten goedkoper op de wereldmarkt. De vraag naar Europese exportgoederen kan toenemen en groter worden dan de productiecapaciteit, waardoor de prijzen van deze goederen kunnen stijgen. Hierdoor kan ook het algemeen prijspeil stijgen.

Vraag 9

In welke rij staan alleen maar schaarse goederen?

Kies een antwoord

Goed antwoord!

Een procyclisch conjunctuurbeleid versterkt de huidige conjunctuurcyclus. Als er sprake is van een laagconjunctuur en de overheid zal bezuinigen vergroot dit de schommeling in de conjunctuur.

Vraag 10

Op welke manier hebben werkloosheidsuitkeringen een dempende invloed op een neergaande conjunctuur.

Werkloosheiduitkeringen zijn een voorbeeld van automatische stabilisatoren in de economie. Door werkloosheiduitkeringen ontvangen mensen die werkloos zijn geworden alsnog een inkomen. Hierdoor kan iemand die werkloos raakt nog steeds geld uitgaven, hierdoor daalt de vraag minder hard dan wanneer iemand die werkloos raakt helemaal niks meer kon kopen. Hierdoor wordt het effect van de werkloosheid op de conjunctuurgolf minder groot.

Vraag 11

Lees het artikel

ECB verlaagd rente

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de rente verlaagd met 10 basispunten naar −0,5 procent. Een verdere verlaging van de rente wordt niet uitgesloten. Dat maakte ECB-voorzitter Mario Draghi vanmiddag bekend na zijn laatste vergadering als voorzitter. De renteverlaging van 10 basispunten was al verwacht door de financiële markten die hier al rekening mee hielden.

Op de financiële markten wordt ook wel gezegd dat Draghi met deze nieuwe maatregelen een ‘bazooka’ uit de kast haalt. De impuls is volgens de ECB nodig omdat de Europese economie last heeft van brexitonrust, oplopende handelsspanningen en een over het algemeen afkoelende wereldeconomie.

Vrij naar: rtlnieuws.nl

Leg uit op welke manier een renteverlaging kan bijdragen aan herstel van de economische groei?

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

  • Een verlaging van de rente maakt lenen goedkoper waardoor de bestedingen gestimuleerd worden.
  • Een verlaging van de rente maakt sparen minder aantrekkelijk waardoor de bestedingen gestimuleerd worden.
  • Een verlaging van de rente laat de euro in waarde dalen omdat beleggers minder graag in de eurozone hun geld willen stallen. Door daling van de waarde van de euro zal de export toenemen en de import dalen, dit kan bijdragen aan economische groei.

Vraag 12

In welke rij staan alleen maar schaarse goederen?

Kies een antwoord

Goed antwoord!

De ECB handelt zelfstandig en hoeft niet het beleid van de Europese Commissie te volgen.

Vraag 13

In welk punt in deze conjunctuurgolf spreken we van een recessie?

Grafiek vraag 13

Kies een antwoord

Goed antwoord!

Punt C.
De economische groei heeft zijn piek bereikt en de groei neemt af. Bedrijven verkopen minder producten. Mensen krijgen minder vertrouwen in de economie.

Vraag 14

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist?

  1. Wanneer de overheid de belastingen verlaagd in tijden van een laagconjunctuur is dit anti cyclisch beleid.
  2. Een liquiditeitsval doet het monetair of fiscaal beleid wat uitgevoerd wordt om de economie aan te wakkeren te niet.

Kies een antwoord

Goed antwoord!

Wanneer de overheid de belastingen verlaagt neemt het inkomen van de inwoners toe en hebben zij meer te besteden. Hierdoor neemt de geaggregeerde vraag toe, stijgt het bbp en ontstaat er economische groei. Wanneer dit gebeurd tijdens een laagconjunctuur spreken we van anti cyclisch beleid.

Een liquiditeitsval betekend dat een toename van de maatschappelijke geldhoeveelheid niet uitgegeven wordt maar terecht komt in inactieve kassen. Wanneer er een recessie is hebben consumenten minder vertrouwen in de economie en gaan zij meer sparen. Wanneer er door monetair beleid of fiscaal beleid meer geld in omloop komt door extra investeringen, lagere belastingen of monetaire verruiming verliest dit alles zijn effect door een liquiditeitsval. In plaats van dat mensen het extra geld uitgeven gaan zij het sparen in plaats van uitgeven.

Vraag 15

De economie van een land is als gevolg van een crisis in het bankwezen terechtgekomen in een langdurige laagconjunctuur met een inflatie dicht bij de nul procent. Een econoom maakt een analyse waarbij hij een verklaring wil geven voor het uitblijven van economisch herstel. Hij wijst op een tweetal zaken die van belang zijn voor het begrijpen van de economische situatie:

  • De Centrale Bank (CB) bepaalt via haar beleidsrente de marktrente. De gewenste marktrente hangt af van de verwachte inflatie. De CB streeft naar een inflatie van twee procent en zou in de huidige situatie voor een negatieve beleidsrente willen kiezen. Met het oog op de zero lower bound is de huidige beleidsrente op nul procent gesteld.
  • Schulden van huishoudens zijn sinds de crisis sterk toegenomen als gevolg van werkloosheid.

Leg uit waarom de CB een beleidsrente onder nul procent zou moeten vaststellen om haar inflatiedoelstellingen te bereiken?

De verkeersvergelijking van Fisher luidt: M × V = P × T
Om de inflatie terug te brengen naar het gewenste niveau van 2%, wil de CB de rente verlagen om lenen te stimuleren en sparen te ontmoedigen. Omdat de rente al 0% is zou de rente negatief moeten worden.

Vraag 16

Waarom is het lastig om uit een economische situatie met stagflatie te komen?

Stagflatie is een situatie waarin de inflatie in een land hoog is, de economische groei vertraagt en de werkloosheid hoog blijft. Hierdoor ontstaat er een dilemma bij het economisch en monetair beleid. Elke maatregel om de inflatie te verlagen zorgen voor een hogere werkloosheid en elke maatregel die de werkloosheid kan doen laten dalen veroorzaakt meer inflatie.