Kruislingse elasticiteit
Bij de kruislingse elasticiteit meten we in welke mate de vraag naar een product reageert als de prijs van een ander product veranderd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de prijs van benzine en de vraag naar auto’s. Wanneer de prijs van benzine stijgt wordt autorijden duurder en zal de vraag naar auto’s ook afnemen.
De kruislingse elasticiteit kunnen we met de volgende formule berekenen:
kruislingse elasticiteit = %verandering vraag product 1%verandering prijs product 2
De kruislingse elasticiteit vertelt ons hoe sterk de vraag naar product 1 wordt beïnvloed door de prijs van product 2. Het kan zijn dat er meer of minder van product 1 gekocht wordt nu of dat de vraag helemaal niet veranderd.
- Complementair goed (kleiner dan 0) Complementaire goederen zijn goederen die elkaar aanvullen. Denk hierbij aan een printer en inkt, een auto en benzine, tandenborstels en tandpasta. Wanneer de prijs van tandpasta daalt zal de vraag naar tandenborstels stijgen. Wanneer de prijs van tandpasta stijgt zal de vraag naar tandenborstels dalen. Bij complementaire goederen is de kruislingse elasticiteit kleiner dan 0.
- Substitutiegoederen (groter dan 0) Substitutiegoederen zijn goederen die dezelfde behoefte bevredigen. Denk hierbij aan een dagje naar de dierentuin of een dagje naar een attractiepark. Beide producten bevredigen de behoefte voor een dagje uit. Wanneer de prijs van een dierentuin bezoek stijgt zal de vraag naar een attractiepark bezoek stijgen omdat dit nu in verhouding goedkoper is geworden. Bij substitutiegoederen is de kruislingse elasticiteit groter dan 0.
- Onafhankelijke goederen (elasticiteit is 0) Bij sommige goederen reageert de vraag niet op een prijsverandering van een ander goed. Dit noemen we onafhankelijke goederen. De kruislingse elasticiteit is dan 0.
Test jezelf vraag 1
Bereken bij de volgende voorbeelden de kruislingse elasticiteit en geef aan om wat voor goed het gaat.
- De prijs van appels stijgt van €1,20 naar €1,30 per kilo. De vraag naar peren neemt hierdoor toe van 500 kg naar 560 kg.
- De prijs van aardappels daalt van €1,50 naar €1,30 per kilo. De vraag naar aardappelschilmesjes stijgt hierdoor met 3%.
Antwoord
▼- De prijs van appels stijgt met (1,30 − 1,20) ÷ 1,20 = 8,3% De vraag naar peren stijgt met (560 − 500) ÷ 500 = 12% kruislingse elasticiteit = 12%8,3% = 1,45 1,45 > 0, dus appels en peren zijn substitutiegoederen.
- De prijs van aardappels daalt met (1,30 − 1,50) ÷ 1,50 = −13,3% De vraag naar aardappelschilmesjes stijgt met 3% kruislingse elasticiteit = 3%−13,3% = −0,23 −0,23 < 0, dus aardappels en aardappelschilmesjes zijn complementaire goederen.