Geldschepping

Geldschepping is het vergroten van de maatschappelijke geldhoeveelheid. Bij geldschepping neemt de hoeveelheid geld in handen van burgers, ondernemingen en de overheid toe. Geldschepping kan gedaan worden door algemene banken en door de centrale bank.

Geldschepping door algemene banken

Algemene banken zijn banken waar burgers en ondernemingen een bankrekening hebben. Voorbeelden hiervan zijn de ING bank, SNS bank, Rabobank en de ABN-AMRO bank.

Wanneer banken geld uitlenen scheppen zij geld. Geld wat eerst nog niet bestond brengen zij in omloop, hierdoor stijgt de maatschappelijke geldhoeveelheid. De bank schrijft het geleende bedrag bij op de rekening-courant van de kredietnemer. Dit geld wordt gedekt door een vordering die de bank heeft op de kredietnemer, dit wordt wederzijdse schuldaanvaarding genoemd. Wanneer de kredietnemer de schuld aflost, vernietigd hij het geld.

Geldschepping door centrale banken

Geld kan ook geschapen worden door de centrale bank van een land, in de Europese Unie spreken we dan over de Europese Centrale Bank. De Centrale Bank heeft het recht om geld te drukken en uit te geven, wanneer dit geld in handen komt van het publiek is de maatschappelijke geldhoeveelheid gestegen.

De centrale bank kan hiernaast ook geldscheppen door openmarktoperaties uit te voeren. De centrale bank koopt dan obligatieleningen van de overheid op die in handen zijn van banken. De banken krijgen hierdoor nieuw geschapen geld van de centrale bank wat zij kunnen uitlenen waardoor de maatschappelijke geldhoeveelheid stijgt. Wanneer de overheid de obligatielening terugbetaald vernietigd hij het geld omdat het teruggaat naar de ECB