Winst
De winst van een onderneming kan worden berekend door de omzet te verminderen met de kosten. Deze kosten kunnen worden verdeeld in de inkoopwaarde van de omzet en overige bedrijfskosten.
De omzet verminderd met de inkoopwaarde omzet wordt ook wel de brutowinst genoemd. Wanneer alle kosten van de omzet worden afgehaald krijg je de nettowinst.
De berekening van de winst is dus als volgt:
Omzet | |
Inkoopwaarde omzet | − |
Brutowinst | |
Overige bedrijfskosten | − |
Nettowinst |
Wanneer de berekening van de winst op deze manier wordt opgeschreven worden de overige bedrijfskosten soms ook gespecificeerd. Wanneer dit het geval is moet je eerst een tussenberekening opschrijven. Je gebruikt dan twee kolommen: één voor de tussenberekening en één voor de berekening hierboven. Dit ziet er als volgt uit:
Omzet | €900 | |
Inkoopwaarde omzet | €500 | |
Brutowinst | €400 | |
Kosten 1 | €100 | |
Kosten 2 | €100 | |
Kosten 3 | €100 | |
Overige bedrijfskosten | €300 | |
Nettowinst | €100 |
Merk op dat de bovenste drie regels en de laatste twee regels samen gelijk zijn aan het schema erboven.
Voor- en nacalculatorisch
Bedrijven kunnen voorafgaande aan een periode hun winst berekenen. Deze winst is een begroting of verwachting. Deze winst noemen we voorcalculatorische winst.
Wanneer bedrijven na afloop van een periode hun werkelijke winst berekenen noemen we dit de nacalculatorische winst.
Overige begrippen
De brutowinst wordt ook wel brutomarge of (gerealiseerd) verkoopresultaat genoemd.
Financieringsresultaat
Wanneer relevant neemt een onderneming ook apart het financieringsresultaat op in de winstberekening. Deze wordt opgenomen onder de overige bedrijfskosten, voorafgaande aan de nettowinst.
Test jezelf
Na afloop van het boekjaar zijn de volgende gegevens verzameld:
- afzet: 1.000 liter verf
- verkoopprijs: €20 per liter
- inkoopprijs: €10 per liter
- loonkosten: €2.000
- verkoopkosten: €500
- inkoopkosten: €1.000
- interestopbrengsten: €500
- interestkosten: €1.500
Geef een opstelling van de winst over dit boekjaar
Antwoord
▼Omzet | €20.000 | |
Inkoopwaarde omzet | €10.000 | |
Brutowinst | €10.000 | |
Loonkosten | €2.000 | |
Verkoopkosten | €500 | |
Inkoopkosten | €1.000 | |
Overige bedrijfskosten | €3.500 | |
Interestopbrengsten | €500 | |
Interestkosten | €1.500 | |
Financieringsresultaat | − €1.000 | |
Winst | €5.500 |