Cookie Consent by TermsFeed

Arbeidsuurtarief/factuurtarief

De personeelskosten van een bedrijf kunnen uit een aantal verschillende onderdelen bestaan. Zo moet de werkgever niet alleen salaris uitkeren, maar bijvoorbeeld ook gedeeltelijk betalen voor werknemersverzekeringen.

Ondernemingen tellen alle aan een personeelslid gerelateerde kosten bij elkaar op en gebruiken dit bedrag bij het berekenen van de nettowinst.

Het totale bedrag dat de onderneming intern neemt voor elk door personeel gewerkt uur, een productief uur, is het arbeidsuurtarief.

Voorbeeld

Bas is in dienst van ECO. Hiervoor krijgt hij een brutomaandloon van €2.500. Daarnaast is ECO verplicht om Bas €500 wettelijke sociale lasten te betalen evenals €200 pensioenpremie.

Bas werkt per maand 160 uur voor ECO.

De totale kosten van Bas per maand zijn €2.500 + €500 + €200 = €3.200

Het arbeidsuurtarief van Bas is €3.100 ÷ 160 = €20

Wanneer een onderneming kosten in rekening brengt aan een klant dan rekent zij nog andere kosten voor personeel. Zo wordt vaak een opslag voor overige kosten en een winstopslag gerekend. Het totale bedrag dat op de rekening staat van een klant heet het factuurtarief.

Voorbeeld

Bas maakt voor een klant van ECO een samenvatting. Hij is hier 5 uur mee bezig. Naast zijn in het vorige voorbeeld berekende arbeidsuurtarief heeft Bas materiaalkosten. Deze kosten worden doorberekend door een opslag van 30% van het arbeidsuurtarief. Daarnaast hanteerd ECO een winstopslag van 50% van het arbeidsuurtarief.

Het arbeidsuurtarief van Bas is €20

Materiaalkosten = €20 × 0,30 = €6

Winstopslag = €20 × 0,50 = €10

Factuurtarief = €20 + €6 + €10 = €36